Geweldige spinaziestamppot

voor 2 personen

Ingrediënten:
- 800 gram stamppotaardappelen.
- 300 gram verse bladspinazie
- 125 ml crème fraîche
- teen knoflook, zoveel als je wilt
- peper, zoveel als je wilt
- zout, zoveel als je wilt
- olijfolie, een flinke scheut

Bereidingswijze:

Schil de aardappelen. Meestal ben ik daar veel te lui voor en koop ik aardappelen die al geschild en voorgekookt zijn. Ik hou niet van schillen en ik hou al helemaal niet van aardappels die zelfs na 30 minuten koken het nog vertikken om gaar te worden.

Wanneer de aardappels gaar dreigen te worden kan er begonnen worden met de spinazie te bereiden.
Zet een wok op hoog vuur en verwarm een scheut olijfolie met wat peper en zout en een teen knoflook. Wanneer dit goed heet is geworden, voeg je een flinke hand gewassen spinazie toe. Dit roerbak je tot het een flink stuk is geslonken. Voeg dan weer een hand spinazie toe tot, u snapt het al, alles in de wok zit.
Wok van het vuur nemen en spinazie in een vergiet doen.
Nu moet je proberen zoveel mogelijk vocht uit de spinazie te krijgen. Alleen afgieten is dus niet voldoende, u zult het er echt uit moeten persen. Ik gebruik hier altijd een grote soepopscheplepel voor. U zult merken dat het, ondanks de mishandeling, nog aardig wat vocht vasthoud. Dat is dan maar zo.

Indien de aardappels gaar zijn (indien u dit een beetje goed uitgekiend heeft, dan is dit tegelijk met de spinazie) giet u deze af en stampt u deze met de crème fraîche tot een prachtige puree.

Meng tenslotte de spinazie door de gestampte aardappelen.

Ik vind deze stamppot echt geweldig, vandaar dan dus ook de naam die ik er voor gekozen heb. Het lijkt ergens op boerenkoolstamppot alleen dan met een stukje meer pit en een andere bite.
En het mooie is, alles smaakt er goed bij. Een gehaktbal, klapstuk, karbonades, het maakt niet uit!

Tip:
Zorg wel dat u alles in één keer opeet want spinazie kan u behoorlijk ziek maken als u het na afkoelen weer opwarmt.
En stamp ook eens wat anders met crème fraîche. Zoals bijvoorbeeld zuurkoolstamppot. Je slipt waarschijnlijk wat sneller dicht, maar het is werkelijk erg lekker.

Stinkpasta

voor 2 personen

Ingrediënten:
- tagliatelle genoeg voor 2 personen
- pijnboompitten, zoveel als je wilt
- blikje zalm
- peultjes, zoveel als je wilt
- kaas, jongbelegen of wat je in je koelkast hebt liggen en een beter idee vindt.
- kastanjechampignons
- ui, groot of klein, afhankelijk hoe erg je het vindt om uit je mond te stinken
- olijfolie
- miscuglio, gedroogde kruiden van OIL & vinegar, zoveel als je wilt. Stinkt!

Bereidingswijze:

Rooster de pijnboompitten in een droge koekenpan op hoog vuur. Ze zijn klaar als ze er geroosterd uitzien. Zet deze apart weg tot je ze nodig hebt.

Kook de pasta zoals aangegeven op de verpakking. De pasta niet afgieten wanneer deze al dente is! Al doe je dit wel is het ook prima maar dan lopen er veel smaakstoffen van de pasta rechtstreeks je riool in.

Kook de peultjes nadat je ze hebt schoongemaakt. Kook ze niet te lang anders krijg je smaakloze vieze slappe dingen. Het beste is om ze maar een paar minuutjes te koken, zodat ze nog een beetje knapperig zijn.

Miscuglio kruiden in een bakje doen. Het hangt echt van je eigen smaak af hoeveel je van deze kruiden gebruikt. De smaak is behoorlijk en na het eten is de stank uit je mond onvermijdelijk.
De kruiden met een beetje warm water ongeveer 5 minuten laten wellen. Het is niet de bedoeling dat je de kruiden helemaal onder water zet. Er moet net genoeg water bij zitten zodat alles in de kruiden kan trekken. Voeg er olijfolie aan toe zodat je een soort pestosaus krijgt. De saus zo dun maken als je zelf wilt. Zelf voeg ik er flink wat olijfolie aan toe zodat het mooi mengt met de pasta. Een dikke drab mengt namelijk nooit zo lekker.

Ui in blokjes, stukjes of wat dan ook snijden, als het maar niet te klein wordt. En dit in een koekenpan met wat olijfolie bakken.

Snij de kastanjechampignons in plakjes, niet te dun, niet te dik. En bak deze met de ui mee. Alles niet al te lang bakken, anders ziet het er niet echt lekker meer uit en wordt het slapper dan dat je eigenlijk zou willen.

Open het blikje zalm. Voorzichtig met het dekseltje want na openen kan deze aan de randjes zomaar heel scherp zijn! Pluis alle graatjes en ruggengraten er tussen uit. Ook de grijze velletjes en delen die als zachte smurrie aanvoelen weggooien.

Pasta over 2 borden verdelen, eerlijk of oneerlijk. Meestal geef ik me zelf net ff meer.

Miscugliosaus door de pasta mengen. Dit gaat het makkelijkst met een vork.

Peultjes over de pasta verdelen. Niet klakkeloos op de borden deponeren, maar met een beetje aandacht mooi over de pasta rangschikken.

Uien en kastanjechampignons ook over de borden verdelen. Ook hier een beetje aandacht aan besteden.

De zalm kruimel je er een overheen. Het kan geen kwaad als je dit ook een beetje knap doet.

De kaas rasp je grof over de berg die je ondertussen hebt gecreëerd. Hoeveel en welke kaas je gebruikt moet je echt helemaal zelf weten. Maar ik vind een hele simpele jongbelegen kaas hier echt goed bij passen, omdat deze een vrij zachte smaak heeft. Een sterke smaak lijkt mij niet nodig aangezien de hele pasta toestand al gigantisch sterk smaakt.

En tenslotte strooi je de geroosterde pijnboompitten er nog over.


Ziet er vet goed uit zo’n bordje stinkpasta al zeg ik het zelf! En het smaakt echt fantastisch.

Tip:
Zorg dat je na het eten van deze heerlijkheid geen afspraken meer hebt!

Variatietip:
Voor de variatie kun je ook een keer in plaats van peultjes verse spinazie gebruiken. Deze bak je met de ui en de kastanjechampignons mee. Het gebruik van een wok in plaats van een koekenpan vind ik dan wel raadzaam, anders zul je zien dat het niet zo makkelijk omschept als je zou willen.

Appelgedrochten

Ingrediënten:
- 1 pakje bladerdeeg
- 3 (moes) appels
- bruine rozijnen, zo veel als je wilt
- kaneel, zo veel als je wilt
- kristalsuiker, zo veel als je wilt
- vanille-essence, niet al te veel

Bereidingswijze:

Schil de appels, en snij ze in kleine blokjes.

Doe de stukjes appel in een kom en daarbij doe je de rozijnen totdat je het genoeg vind.

Dan voeg je de kristalsuiker, de vanille-essence en de kaneel (naar smaak) toe. Dit geheel goed door elkaar mengen.

Je neemt een plakje bladerdeeg en je neemt een schepje van het appelmengsel, en dat doe je op het bladerdeeg. Dit vouw je zo goed mogelijk dicht wat waarschijnlijk voor geen meter wil lukken. Vergeet daarom niet dat dit recept appelgedrochten heet en het dus geen meter uitmaakt of het eindresultaat er mooi uitziet of niet. Zodra het tussen je kiezen beland ziet het er ook niet meer uit.

Dan bestrijk je het appelgedrocht met wat losgeklopt ei, en om het helemaal af te maken strooi je over het net bestreken appelgedrocht wat kristalsuiker.

Leg ze allemaal op een bakplaat die bekleed is met bakpapier en zet dit in een op 200 graden voor verwarmde oven. Na 30 minuten heb je heerlijke appelgedrochten. Pas wel op want als ze net uit de oven komen zijn de appelgedrochten loeiheet, dus even laten afkoelen is erg verstandig.